Veelgestelde vragen

Hieronder vindt u de antwoorden op de veelgestelde vragen over het nieuwe pensioenstelsel, de nieuwe regeling voor werknemers en wat er gebeurt met de huidige pensioenaanspraken en pensioenen.

Over de nieuwe pensioenregeling, nabestaandenpensioen en indexatie

Het beste moment om met pensioen te gaan, is een persoonlijke keuze. Op dit moment is het nog niet bekend hoe de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds bp eruit komt te zien. Daarnaast duurt het nog even voordat de nieuwe pensioenregeling wordt ingevoerd. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om de nieuwe regeling in te voeren. Om inzicht te krijgen in uw persoonlijke situatie kunt u het beste contact opnemen met uw financieel adviseur.

Bekijk wat er gaat veranderen op onze pagina Pensioenakkoord.

De overheid is nog bezig met de regels voor deze keuze. Daardoor zijn de details hierover nog niet bekend.

Let op: een bedrag ineens kan gevolgen hebben voor een toeslag die u ontvangt. Bijvoorbeeld een huur- of een zorgtoeslag. De toeslag kan lager worden of zelfs vervallen. U moet ook belasting betalen over het bedrag ineens.

Neem dan gerust contact met ons op. Of kijk op onze pagina Pensioenakkoord. Wilt u weten of u nog ergens anders pensioen heeft opgebouwd? Log dan in op mijnpensioenoverzicht.nl. U ziet daar bij welke organisaties u een pensioen heeft staan.

De nieuwe pensioenregeling zal alleen van toepassing zijn voor actieve deelnemers. Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Opgebouwde pensioenrechten van gepensioneerden, gewezen deelnemers maar ook van actieven blijven dus, onder de huidige voorwaarden, achter in het pensioenfonds. Ook bij een overdracht naar een verzekeraar blijven de opgebouwde rechten zoals ze zijn. Wel kan dan de wijze waarop geïndexeerd wordt veranderen.

Voor actieve deelnemers zal voor de toekomstige opbouw een beschikbare premieregeling van toepassing zijn. Over hoe deze regeling er exact uit gaat zien en waar deze uitgevoerd gaat worden wordt op dit moment nog overlegd. We verwachten hier begin 2025 meer over te kunnen vertellen.

Hier moeten we onderscheid maken tussen de toekomstige opbouw van actieve deelnemers en de huidige opgebouwde rechten.

Voor de toekomstige opbouw hangt dit sterk af van de uitvoeringswijze die gekozen wordt. Hierover zal begin 2025 meer duidelijk worden.

De opgebouwde rechten blijven in beginsel achter in het huidige Pensioenfonds bp binnen het OFP. Hier wijzigt de huidige manier van indexeren niet. Voor gepensioneerden en gewezen deelnemers blijft de indexatie afhankelijk van de beleggingsresultaten ten opzichte van de ontwikkeling van de pensioenvoorziening. Voor actieven blijft de indexatie gekoppeld aan de inflatie. De indexatie is voor alle deelnemers gemaximeerd op 4%.

Bij een overgang naar een verzekeraar (buy-out) zal de verzekeraar een bepaalde vooraf vastgelegde manier van indexatie garanderen. Dit kan in de vorm van een vast percentage of als een percentage van de Europese gemiddelde inflatie. Verzekeraars bieden niet de mogelijkheid om een percentage van de Nederlandse inflatie toe te kennen. Bij een percentage van de Europese gemiddelde inflatie zullen verzekeraars een maximum percentage hanteren. Dit maximum ligt vaak hoger dan het huidige maximum percentage bij het pensioenfonds..

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Hierdoor zullen de huidige regels van kracht blijven waardoor de opgebouwde pensioenrechten niet verlaagd kunnen worden. Ook bij een overdracht naar een verzekeraar (buy-out) is een lager pensioen niet mogelijk. Verzekeraars garanderen de pensioenuitkering en bieden een gegarandeerde vorm van indexatie.

Voor actieve deelnemers die pensioenrechten gaan opbouwen in de nieuwe pensioenregeling kan het wel zo zijn dat het pensioen stijgt of daalt. Uitgangspunt van de nieuwe pensioenwet is dat pensioenen meer mee gaan bewegen met de economische ontwikkelingen.

Het is belangrijk hierbij onderscheid te maken tussen de opgebouwde rechten in de oude regeling en de wijze waarop het nabestaandepensioen wordt geregeld in de nieuwe regeling.

Het opgebouwde nabestaandenpensioen onder de huidige regeling blijft bestaan. Ook bij een overdracht naar de verzekeraar (buy-out). De nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) schrijft voor de nieuwe pensioenregelingen voor dat het nabestaandenpensioen als een percentage van het salaris moet worden vastgesteld. Over hoe hoog het nabestaandenpensioen zal zijn en hoe dit werkt, zal begin 2025 meer duidelijk worden. Voor actieve medewerkers betekent dit dat zij na de overgang naar de nieuwe regeling, naast het opgebouwde nabestaandenpensioen recht hebben op een nabestaandenpensioen als percentage van het salaris.

Zodra deelnemers in de nieuwe regeling met pensioen gaan kunnen zij keuzes maken hoe het nabestaandepensioen er na pensionering uit moet zien.

Voor ingegane weduwe- en wezenpensioenen verandert er in beginsel niets. Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

De veranderingen leiden echter wel tot een heroverweging van de huidige opzet, is het verstandig om een gesloten fonds voort te zetten? Op basis van deze heroverweging onderzoekt het pensioenfonds op dit moment de mogelijkheden voor een buy-out. Bij een buy-out worden de opgebouwde pensioenen overgedragen naar een verzekeraar die de pensioenuitkeringen met een vooraf vastgestelde wijze van indexatie garandeert.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Voor de toekomstige pensioenopbouw schrijft de nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) voor dat de nieuwe pensioenregeling uiterlijk op 1 januari 2028 in moet gaan. Er kan ook gekozen worden voor een eerdere ingang. Wij verwachten begin 2025 meer duidelijkheid te kunnen geven over de ingangsdatum van de nieuwe pensioenregeling. Waarschijnlijk wordt er dan ook meer duidelijk over de mogelijkheden voor een buy-out en het moment waarop deze plaats zou kunnen vinden.

Hoe zit het met invaren en bezwaar?

Als u nu via Pensioenfonds bp pensioen opbouwt, bent u straks ook verplicht over te stappen naar de nieuwe pensioenregeling. Op dit moment is er nog niets besloten over de invulling van de nieuwe pensioenregeling. Om bezwaar te maken, moet u eerst weten of er in de nieuwe pensioenregeling onderdelen zitten waar u het niet mee eens bent. Als er bekend is hoe de nieuwe pensioenregeling er uit ziet en u vindt dat dit in uw situatie niet juist is, dan kunt u hier volgens de volgens de klachtenprocedure (pdf) een klacht over indienen. De klacht wordt dan zorgvuldig beoordeeld en afgehandeld.

Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Dit wil niet zeggen dat opgebouwde pensioenrechten geheel onveranderd blijven in een gesloten pensioenfonds.

De nieuwe wet leidt namelijk ook tot het heroverwegen van de uitvoeringsvorm van het Pensioenfonds bp. Op dit moment wordt onderzocht of een buy-out van de opgebouwde pensioenrechten mogelijk is. Bij een buy-out worden alle opgebouwde rechten overgedragen naar een verzekeraar waarbij de opgebouwde rechten worden gegarandeerd met een vastgestelde wijze van indexeren.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. Om deze reden speelt het vraagstuk van instemming dus niet.

Op dit moment wordt de mogelijkheid onderzocht om de opgebouwde pensioenen over te dragen aan een verzekeraar, een buy-out. Wanneer er voor een buy-out wordt gekozen, zal er om instemming gevraagd worden. Dit is geregeld in de Nederlandse Pensioenwet in artikel 83. Op basis van dit artikel is instemming van de deelnemer vereist en kan een deelnemer bezwaar maken tegen een overdracht naar de verzekeraar. Deelnemers die bezwaar maken tegen een overdracht zullen in beginsel achterblijven in het OFP bij het Pensioenfonds bp, onder de voorwaarden die daar gelden. Een buy-out staat onder toezicht van zowel de Nederlandse toezichthouder (DNB) als de Belgische toezichthouder (FSMA) en kan alleen met goedkeuring van deze toezichthouders worden afgerond.

Omdat het Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling. De rekenregels die hierbij worden gehanteerd en die zijn vastgelegd in de wet zijn dus niet van toepassing.

Deelnemers, gepensioneerden en gewezen deelnemers, die geen pensioen meer opbouwen hebben op basis van de nieuwe pensioenwet (Wet toekomst pensioenen) geen keuze over de toekomstige invulling.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling en blijven deze rechten gewaarborgd binnen het OFP. Op dit moment wordt een overdracht van de opgebouwde rechten naar een verzekeraar onderzocht.

Bij een overdracht naar een verzekeraar zijn er wel keuzes voor deelnemers. Er kan bezwaar worden gemaakt tegen een overdracht en mogelijk kan ook gekozen worden voor een vrijwillige overdracht naar de nieuwe pensioenregeling. Afhankelijk van de persoonlijke situatie van deelnemers, kan dit voordelen hebben.

Actieve deelnemers die een pensioenkapitaal opbouwen in de nieuwe pensioenregeling hebben bij pensionering een aantal keuzes zoals:

● De keuze voor een vaste of variabele pensioenuitkering;

● De keuze voor wel of geen nabestaandenpensioen;

● Een vervroegde ingang van het pensioen;

● Een hoog-laag constructie;

● En als dit wetsvoorstel wordt goedgekeurd, voor een bedrag van maximaal 10% van het pensioenkapitaal. Dit kan niet in combinatie met een hoog laag constructie.

Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, is de belangenbehartiging anders geregeld dan in Nederland. De belangenbehartiging loopt voor Nederlandse deelnemers via het Dutch Management Committee (DMC) hierin zitten vertegenwoordigers van de werkgever, werknemers en gepensioneerden. Het DMC heeft samen met de Board of Directors de opdracht om een evenwichtige belangafweging te maken voor alle deelnemers.

De twee vertegenwoordigers die de gepensioneerden en de gewezen deelnemers vertegenwoordigen delen regelmatig informatie via de daarvoor beschikbare kanalen van de VOBP en Seconer.

Het hoorrecht voor gepensioneerden in de Nederlandse wet heeft betrekking op de overgang van pensioenen naar de nieuwe regeling. Omdat er bij het Pensioenfonds bp geen sprake is van een overgang naar de nieuwe regeling is dit hoorrecht niet van toepassing.

De verplichting tot het opstellen en voorleggen van een transitieplan is alleen van toepassing op Nederlandse pensioenfondsen. Pensioenfonds bp is onderdeel van het Belgische OFP BP pensioenfonds.

Het transitieplan is vooral gericht op de wijze van overdracht van de opgebouwde pensioenrechten naar de nieuwe regeling. Omdat een overdracht naar de nieuwe regeling voor het bp pensioenfonds niet mogelijk is, is een transitieplan zoals bedoeld in de wet niet relevant.

Het pensioenfonds bp is onderdeel van het Belgische OFP BP pensioenfonds.. Invaren van opgebouwde rechten naar de nieuwe regeling is voor Belgische pensioenfondsen niet mogelijk. In beginsel blijft het huidige pensioenfonds dus bestaan en blijft er voor gepensioneerden met een uitkering uit de huidige regeling inspraak via de gepensioneerden vertegenwoordigers in het Dutch Management Committee (DMC).

Als een overdracht naar een verzekeraar (buy-out) plaats vindt, kan iedere deelnemer aangeven of zij hiertegen bezwaar maken. Als ingestemd wordt met de overdracht dan is er geen sprake meer van inspraak. De verzekeraar garandeert immers het pensioen en een vastgestelde indexatie.

De wet gaat uit van een overgang naar de nieuwe regeling. Omdat Pensioenfonds bp onderdeel is van het Belgische OFP, kan het fonds opgebouwde pensioenaanspraken niet invaren in een nieuwe pensioenregeling.

Bij een overgang van de huidige opgebouwde pensioenen naar een verzekeraar (buy-out) biedt dit meer zekerheid voor deelnemers. In de huidige regeling worden pensioenen en de opbouw van gewezen deelnemers alleen geïndexeerd als de beleggingsresultaten dat toestaan. Een verzekeraar zal een vooraf vastgestelde indexatie bieden, dit kan een vast percentage zijn, maar ook een percentage van de Europese gemiddelde inflatie.

Mogelijk komt er voor deelnemers waarvoor het pensioen nog niet is ingegaan een vrijwillige mogelijkheid om het pensioen over te dragen naar de nieuwe regeling. Zij nemen dan extra dekking die nu in het fonds zit mee in de individuele pensioenrechten. Afhankelijk van de beleggingskeuzes die een deelnemer maakt kan dit leiden tot een hoger toekomstig pensioen.

Overige vragen

Door de wetswijziging (Wtp) verandert er in beginsel niets voor gepensioneerden in Pensioenfonds bp. Omdat de wet het invaren (overzetten) van pensioenen naar de nieuwe regeling voor Belgische pensioenfondsen niet toestaat, ontstaat er een gesloten pensioenfonds waarin de opgebouwde pensioenen onder de huidige voorwaarden achterblijven.

De veranderingen leiden echter wel tot een heroverweging van de huidige opzet van pensioenuitvoering. Want, is het verstandig om een gesloten fonds voort te zetten?

Op basis van deze heroverweging onderzoekt Pensioenfonds bp op dit moment de mogelijkheden voor een buy-out.

Buy-out

● Bij een buy-out worden de opgebouwde pensioenen overgedragen naar een verzekeraar die de uitkeringen garandeert met een vooraf vastgestelde wijze van indexatie.

● Een buy-out wordt nog onderzocht, het is nog lang niet zeker of dit ook werkelijk zal gaan gebeuren.

● Verzekeraars moeten een aanbod doen..

● Zowel de Belgische toezichthouder (FSMA) als de Nederlandse toezichthouder (DNB) houden toezicht op een buy-out traject én moeten hiervoor toestemming geven. -Bij een eventuele buy out hebben de deelnemers een bezwaarrecht..

 

De financieringsovereenkomst van het fonds is zo opgesteld dat de bijdragende ondernemingen geen bedragen uit het fonds kunnen halen. Als er naar de Belgische maatstaven sprake is van onvoldoende dekking, dan is er een bijstortingsverplichting. Na de overgang naar België heeft dit vrijwel alle jaren tot een bijstorting geleid. Op het moment dat het pensioenfonds over meer dan voldoende dekking beschikt wordt aan de bijdragende ondernemingen een korting op de premie verleend. De premie kan nooit negatief zijn. De totale bijstortingen sinds 2016 bedragen ongeveer € 178mln, aan premiekorting is ongeveer € 14mln verleend.

Pensioenfonds bp heeft op dit moment nog geen besluit genomen om de Nederlandse pensioenregeling uit België weg te halen. Het is wel een overweging en deze overweging heeft verschillende redenen:

● Er ontstaat een gesloten pensioenregeling, deze zal op termijn steeds kleiner worden waardoor de kosten per deelnemer te hoog worden om dit voort te kunnen zetten.

● Verzekeraars moeten bereid zijn om pensioenen van een pensioenfonds over te nemen. Op dit moment zijn er mogelijkheden om dit te doen.

● De regelgeving voor pensioenfondsen neemt steeds verder toe waardoor het steeds moeilijker wordt om hier zelf uitvoering aan te kunnen geven.

● De bereidheid om naast het reguliere werk een bestuurstaak voor het pensioenfonds op zich te nemen, neemt sterk af. Ook de kennis voor goed pensioenfondsbestuur is steeds minder aanwezig. - Voor de uitvoering van de nieuwe pensioenregeling ligt uitvoering in Nederland meer voor de hand.

 

Pensioenfonds bp heeft nog geen besluit genomen over een overdracht naar een verzekeraar in Nederland. De mogelijkheden voor een overdracht worden op dit moment onderzocht.

Belangrijke vereisten in dit onderzoek zijn de mate waarin een verzekeraar opgebouwde rechten garandeert en een redelijke mate van indexatie die zij jaarlijks zullen geven. Ook zullen de Belgische toezichthouder (FSMA) en de Nederlandse toezichthouder (DNB) toezien op de mate waarin opgebouwde rechten naar de toekomst worden gewaarborgd

Het OFP BP Pensioenfonds beschikt op dit moment over voldoende middelen om alle huidige en toekomstige pensioenen uit te keren. Zodra er onvoldoende dekking is zullen de bijdragende ondernemingen extra stortingen moeten doen.

Als besloten wordt om de opgebouwde pensioenen over te dragen naar een verzekeraar (buy-out) dan zijn alle huidige en toekomstige pensioenen die opgebouwd zijn verzekerd. Een verzekeraar zal bovendien ook enige mate van indexatie verzekeren. Indexatie is in het huidige pensioenfonds niet gegarandeerd maar afhankelijk van de beleggingsresultaten ten opzichte van de ontwikkeling van de verplichtingen.

De wetswijziging gaat niet gepaard met fiscale maatregelen voor deelnemers voor zover het opgebouwde pensioenen betreft. Omdat de opgebouwde pensioen in een gesloten pensioenregeling achter blijven óf mogelijk worden overgedragen naar een verzekeraar (buy-out), wijzigt daarmee de bruto pensioenuitkering niet. Dus verandert ook de netto uitkering niet, behalve door de aanpassing van de belastingtarieven.

De Belastingwet stelt wel nieuwe eisen aan de opbouw in de nieuwe pensioenregeling, in de toekomst mag er niet meer dan 30% van de pensioengrondslag aan pensioenpremie worden ingelegd. Dit percentage kan op termijn gewijzigd worden.

De mogelijke verkoop van de tankstations heeft geen invloed op de hoogte van de pensioenen.

In de media verschijnen regelmatig berichten over het nieuwe stelsel. Hierbij wordt in een aantal gevallen gemeld dat het nieuwe stelsel rampzalige gevolgen zal hebben. Deze negatieve berichtgeving is vooral gericht op het invaren, dit is het overdragen van de opgebouwde pensioenen in het huidige stelsel naar het nieuwe stelsel en is minder gericht op de wijze waarop pensioen in de toekomst wordt opgebouwd.

Voor het OFP BP Pensioenfonds geldt dat invaren niet mogelijk is omdat het pensioenfonds in België gevestigd is, Pensioenfonds bp is hier onderdeel van. Daar waar de meeste kritiek zich richt op dit invaren. is dit voor Pensioenfonds bp dus niet van toepassing.

Voor de toekomst zijn wij gehouden aan wat de wet ons voorschrijft.

U hoeft op dit moment niets te doen. U krijgt bericht van ons als u iets moet doen. Wilt u meer weten over de nieuwe pensioenregeling? Bekijk dan onze pagina Pensioenakkoord en lees de werkgroep updates op Mijn pensioen.
In november 2023 hielden wij een Risicopreferentieonderzoek onder onze deelnemers die op dat moment bij bp in dienst waren. U kon meedoen aan dit onderzoek als u een persoonlijke uitnodiging hiervoor had ontvangen. De uitkomsten van het onderzoek helpen ons bij het vaststellen van ons beleggingsbeleid en welke pensioenregeling het beste past bij onze deelnemers. Daarnaast geeft het een beeld van hoe de belanghebbenden van het pensioenfonds kijken naar belangrijke thema’s die spelen. Ook in het licht van de uitwerking van het pensioenakkoord. U kunt de uitkomsten teruglezen op onze website.

Het pensioenakkoord

Bij Pensioenakkoord vindt u alle onderwerpen waar nu al iets over bekend is.

Bij Wat gaat er veranderen?  Onder het kopje “Iedereen krijgt een premieregeling” leest u meer over zowel de solidaire- als de flexibele premieregeling.

Het nieuwe pensioenstelsel is uitgewerkt in een Wetsvoorstel toekomst pensioenen. De Wet toekomst pensioenen is ingegaan op 1 juli 2023. Invoering van de wet houdt in dat u een nieuwe pensioenregeling krijgt. Uw nieuwe pensioenregeling moet uiterlijk 1 januari 2028 in gaan.

Zodra de gevolgen voor uw pensioen en de uitvoering ervan duidelijk zijn, informeren wij u daar uiteraard over. Berichten vanuit de werkgroep zetten wij op Mijn pensioen in Mijn archief.

Mijn pensioen

Het huidige pensioenstelsel sluit niet meer aan bij de veranderde omstandigheden. Lees meer bij Waarom een nieuw pensioenstelsel?

Pensioenfonds bp heeft een werkgroep opgestart voor de invoering van de nieuwe pensioenregeling. In deze werkgroep zitten leden vanuit de ondernemingsraden en de vakverenigingen, maar ook vertegenwoordigers namens de gepensioneerden, de werkgever en het pensioenfonds.

De werkgroep houdt u op de hoogte. Updates ziet u op uw portaal op Mijn pensioen. Hier kunt u ook de eerder verzonden updates terugkijken. Lees meer over de werkgroep.

Mijn pensioen

De Tweede Kamer heeft in december 2022 ingestemd met de Wet toekomst Pensioenen. De Eerste Kamer heeft op 30 mei ingestemd met de wet, zodat de pensioenfondsen tot 1 januari 2028 de tijd hebben om de aanpassingen hiervoor door te voeren.

Door de invoering van het Pensioenakkoord verandert er veel. Een belangrijke wijziging is dat in de nieuwe regeling de ingelegde premie het uitgangspunt wordt in plaats van de hoogte van de pensioenuitkering. U bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op. Zo wordt duidelijker wat u aan premie inlegt en wat u daarmee aan kapitaal opbouwt.

Houd onze pagina Pensioenakkoord en pensioenduidelijkheid.nl in de gaten voor de laatste ontwikkelingen.

Pensioenakkoord

Ja, het Pensioenakkoord is deels van toepassing. Omdat Pensioenfonds bp de pensioenen van Nederlandse werknemers beheert, is hierop het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht van toepassing. Een groot deel van de nieuwe wetgeving behoort tot het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht. Daarom moet Pensioenfonds bp hier ook aan voldoen.

De overige wetgeving geldt niet voor het OFP. Voor het financiële en prudentiële recht moet het fonds aan de Belgische wetgeving voldoen. Prudentieel recht houdt in dat het fonds moet waarborgen dat zij financieel gezond is.

Pensioenfonds bp werkt samen met vertegenwoordigers namens de werkgever, werknemers, slapers en gepensioneerden, voor het uitvoeren van het nieuwe Pensioenakkoord. Ook wel sociale partners genoemd. Zij gaan onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden die in de nieuwe pensioenregeling komen. Onder andere of er een solidaire of flexibele premieregeling komt. En hoeveel geld u samen met uw werkgever inlegt. We houden u via onze updates op Mijn Pensioen zo goed mogelijk op de hoogte van de laatste stand van zaken.

Bekijk onze pagina Pensioenakkoord voor meer informatie.

De Sociale partners (vertegenwoordigers namens de werkgever, werknemers, slapers en gepensioneerden) beslissen over de nieuwe pensioenregeling. Het omzetten van opgebouwde rechten en aanspraken naar de nieuwe regeling heet “invaren”. De wijze waarop het omzetten van pensioen in de wet is opgenomen, is niet van toepassing op buitenlandse pensioenfondsen. Dat wil niet zeggen dat de opgebouwde rechten in de huidige vorm bij het OFP ondergebracht blijven. De wet biedt mogelijkheden om hiervoor andere keuzes te maken. Hierover is op dit moment nog geen besluit genomen.

Het beste moment om met pensioen te gaan, is een persoonlijke keuze. Op dit moment is het nog niet bekend hoe de nieuwe pensioenregeling van Pensioenfonds bp eruit komt te zien. Daarnaast duurt het nog even voordat de nieuwe pensioenregeling wordt ingevoerd. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om de nieuwe regeling in te voeren. Om inzicht te krijgen in uw persoonlijke situatie kunt u het beste contact opnemen met uw financieel adviseur.

Bekijk wat er gaat veranderen op onze pagina Pensioenakkoord.